Het denken over voeding heeft in de twintigste eeuw enkele ingrijpende veranderingen ondergaan. Tot aan de jaren vijftig stond de zorg voor voedselzekerheid centraal; hoe om te gaan met eventuele voedingstekorten? Na de be'indiging van de tweede wereldoorlog zou een nieuwe welvaart deze vragen oplossen, maar na de eerste tekenen van overvoeding en problemen met gezondheid dienden geheel andere vragen zich aan. In 'De voeding van Nederland in de twintigste eeuw ' wordt een sterkte-zwakte analyse gemaakt met betrekking tot deze ontwikkelingen, de oplossingen die zijn gevonden en de strategische keuzes die werden gemaakt. Zijn we nu beter gevoed en gezonder geworden? Het boek heeft specifieke aandacht voor de volgende aspecten: de complexe relatie tussen voedsel, voeding en de voedingsmiddelenindustrie; de nieuwe inzichten over vetten en cholesterol, vitamines, mineralen en de implicaties voor de consument en de industrie; de betekenis van marketing, reclame en wetenschap voor ons voedsel; voeding in de tropen; de komst van nieuwe uitdagingen zoals functional foods en nutraceuticals; voorlichting, interventies en beleid. Het boek wordt afgerond met vragen voor de toekomst. Het boek is van belang voor diegenen die werkzaam zijn of belangstelling hebben voor de voedsel- en voedingssector, de voedingsmiddelenindustrie, marketing, onderzoek, het hoger onderwijs en beleid.